Hallo,

vandaag geef ik geen oefening maar een beetje grammatica. Het woordje "wel" komt vaak voor in het Nederlands maar wat betekent het? Hieronder geef ik jullie uitleg en voorbeeldzinnen.

1.      wel = het antoniem van niet

Je verwerkt niet graag facturen maar wat doe je wel graag? – Ik plan wel graag (bv. opleidingen).

Ik heb niet naar de klant getelefoneerd maar ik heb wel een mail gestuurd.

Let op: deze “wel” heeft soms een sterke betekenis.

2.      Wel = geen probleem

Met deze “wel” geef je een nuance aan je zin van “het is niet zo´n probleem”

Wie schrijft er vandaag de notulen? – Ik kan dat wel doen.

Ik kan de tekst wel vertalen als je wil.

3.      Wel vóór een getal

Je wil uitdrukken dat een getal groot is.

Ik heb vanmorgen wel 25 mails geschreven.

Soms heb ik wel 3 vergaderingen op 1 dag.

Synoniem: maar liefst

4.      Wel = een beetje, tamelijk

Sanne kan wel goed met Excel werken.

Hoe gaat het? Ik heb gehoord dat je gevallen bent. – Het gaat wel.  = “het gaat niet goed en het gaat niet slecht”

Let op: Het gaat wel is NIET “I´m well” in het Engels. Als het goed gaat, kan je niet “het gaat wel” zeggen!

5.      Wel = een toegeving

Mijn collega is een beetje verstrooid maar ik werk wel graag samen met haar.

Ik spreek geen Frans maar ik spreek wel Spaans.

Deze “wel” kan je gemakkelijk in de zin weglaten.

Opdracht: focus vandaag in teksten, e-mails, vergaderingen, ... op het woordje "wel"

Vriendelijke groeten,

Tine